Elke vogel heeft voorkeur voor een bepaalde invliegopening.
Wil je een nestkastje ophangen –
kies voor de juiste invliegopening.
Kijk voordat je een nestkastje kiest eerst eens naar welke vogelsoorten in jouw tuin vertoeven. Elke vogel heeft namelijk voorkeur voor een bepaalde invliegopening. En ja, het is maar millimeterwerk maar het maakt voor hen wel uit. Daarnaast is het natuurlijk van belang waar je het nestkastje ophangt. Klik op deze link voor tips om de juiste locatie te bepalen.
Invliegopening per vogelsoort
ø 28 mm Pimpelmees, zwarte mees en andere kleine mezen
ø 30 -32 mm Koolmees, kuifmees en andere grote mezen
ø 34 -40 mm Mussen, zoals de ringmus en huismus. De boomklever, bonte vliegenvanger en gekraagde roodstaart
ø 45 mm Spreeuwen, grote bonte spechten
ø 80 mm Kauwen en holenduiven
ø 130 mm De bosuil
Halfholen De roodborst, grauwe vliegenvanger, witte kwikstaart, merel en zwarte roodstaart.
Doordat deze nestkastje meer open zijn (ze hebben geen rond gat, maar zijn min of meer voor de helft open), is er ook meer risico op potentieel gevaar. Zorg dus dat er voldoende schuilmogelijkheden in de buurt zijn, zodat vogels in een struik/beplanting kunnen schuilen, mocht dat nodig zijn. Hang het nestkastje gerust in de klimop of in een heg.
Zorg voor voldoende beschuttings-/beschermingsmogelijkheden
Een vogelhuisje of nestkastje hangt u wellicht niet uitsluitend op om de vogels ter wille te zijn, maar ook voor een beetje sfeer en aankleding van uw tuin/balkon. De keuze uit vogelhuisjes is dan ook enorm en de ene is nog mooier dan de andere. Bedenk dat de vogels een praktische keuze maken en niet naar kleur of beschildering kijken. Een ‘stokje voor de deur’ ziet er vaak leuk uit, maar is absoluut onnodig voor de vogels zelf. Sterker nog, het kan vijanden, zoals eksters of gaaien, juist een mogelijkheid bieden om eens lekker bij de deur te gaan zitten en de jongen te verorberen.
Leuk om te weten is dat bijvoorbeeld mezen de kwaliteit/stevigheid van een nestkastje testen door erin te tikken. Mocht dit geluid voor u wat vervelend worden, dan kunt u dat verhelpen door een stukje rubber tussen het huisje en de muur te plaatsen.
Lees hier de tips waar u het nestkastje het beste kunt weghangen. Dit wordt onder andere bepaald door de windrichting, al dan geen direct zonlicht, etc.
Nestmaterialen
Probeer de vogels niet te verwennen door alvast nestmateriaal als blaadjes, veren, pluisjes, touw en dergelijke in het huisje te stoppen. Een schoon (jaarlijks voor het broedseizoen schoonmaken met heet water en een borstel) maar verder leeg nestkastjes zal het snelst gekozen worden. De nestmaterialen mag u eventueel wel in de tuin aanbieden, maar laat de inrichting aan de vogels zelf over.
En heeft uw nestkastje bewoners gekregen met misschien zelfs jongen, dan kunt u ze heerlijk verwennen door een goede voerplek te maken, met goede zaden en/of heerlijke meelwormen en insecten. Kijk hier voor onze voermixen.
Waarom een nestkastje plaatsen
Van nature zijn vogels natuurlijk heel goed in staat om zelf een nestje te bouwen. Maar, daarvoor hebben zij wel voldoende bouwmaterialen als takjes, bladeren, haren, pluizen, etc. nodig om een goed en stevig huisje te maken èn niet te vergeten een goede boom of stevige struik. Door de verstedelijking zijn steeds meer vogels rondom de huizen en in de tuinen gaan leven. Zeker als er ook voldoende voedsel ter plaatse te vinden is, zullen de vogels bereid zijn om ter plaatse te blijven en daar hun nestje te bouwen. En als zij zich veilig voelen, is de kans groter dat ze ook het volgende jaar weer terugkeren.
Bestrijden eikenprocessierups
Wist u dat met name de koolmezen eikenprocessierupsen eten? Als het u lukt de koolmezen in uw tuin te behouden, zullen zij op hun beurt iets terug doen door de rupsen te eten. Hiermee worden de eikenprocessierupsen op een heel natuurlijke wijze bestreden. De vogels blij, u blij. Heeft u nog meer redenen nodig ?