Verrassend aan de winterkoning is dat hij – in tegenstelling tot wat zijn naam suggereert – niet goed tegen kou kan. Het vogeltje is een van de kleinste broedvogels in Europa en is herkenbaar aan zijn korte en gedrongen lichaam en omhoog gewipte staartje en draagt de officiële naam Troglodytes troglodytes.

Herkenbaarheid
Een winterkoning is een typisch voorbeeld van een vogel die je vaker hoort dan ziet. De stand van de staart is erg kenmerkend, zijn mooie bruine veertjes en de lichte strepen van zijn wenkbrauwen maken het een feest om deze vogel in je tuin te hebben. Het lijfje is nog kleiner dan dat van een huismus (nog geen 10 cm) en met een spanwijdte van vaak nog geen 20 cm is de winterkoning erg moeilijk te spotten. Dagen of soms zelfs weken kunnen voorbijgaan zonder dat je het vogeltje ziet. Je hoort hem dan ook vaker dan dat je hem ziet. Zijn schetterende gezang, een combinatie van explosieve en heldere klanken, kan tot wel 90 decibel produceren. Dit staat gelijk aan de muziek op een festival.

Is de Winterkoning Bedreigd?
Hoewel de winterkoning maar weinig wordt gezien, is hij niet zeldzaam en komt hij voor in heel Nederland. De winterkoning duikt graag weg diep tussen de bladeren, het liefst in lage begroeiing en dicht bij de grond. Ondanks zijn verlegen aard is de winterkoning dus niet bedreigd.

De Winterkoning en Kou
Hoewel zijn naam anders doet vermoeden, kan het winterkoninkje niet goed tegen kou. Voor een vogel die het hele jaar op dezelfde plek blijft, kan dat in de wintermaanden toch problemen geven. De winterkoning heeft namelijk een lichaamstemperatuur van rond de 40 °C en om deze continu te kunnen behouden, vooral bij strenge vorst, is toch wel een uitdaging. In tijden van kou worden de vetreserves aangesproken, waardoor een winterkoning in een koude nacht tot 10% van zijn gewicht kan verliezen. En dat terwijl hij maar nauwelijks 10 gram weegt. Het is voor de winterkoning dan ook belangrijk dat genoeg voedselmogelijkheden in zijn nabije omgeving heeft, zodat hij zijn reserves weer kan bijvullen.

Wat Eet de Winterkoning?
De winterkoning eet graag insecten, zoals spinnen, kleine wormen en larven. Hij plukt de beestjes vaak van bladeren en takjes dicht bij de grond. Met zijn fijne snavel is het vogeltje gespecialiseerd in te pakken krijgen van kleine insecten en zaden door hun snavel in kleine spleten in schors te steken en er allerlei eiwitrijk voedsel los te peuteren.

Op onze website vind je een uitgebreid assortiment van eiwitrijke voermengelingen, gedroogde- en levende insecten. Neem snel een kijkje!

Broeden
Een winterkoning kan werkelijk overal broeden. Er zijn bijvoorbeeld nesten gevonden in de jaszak van een vogelverschrikker, een oude hoed in een werkplaats en in de vouw van een gordijn. Het mannetje maakt elk voorjaar meerdere nesten, vaak wel 8 tot 10. Het vrouwtje kiest dan uiteindelijk op welke plek ze wil gaan broeden. De nesten worden vaak gemaakt van takjes, mossen en bladeren. Het speciaal uitgekozen plekje wordt extra warm aangekleed met haren, veren en plukjes wol. Het harde werk van het mannetje is vaak niet voor niets. Door zijn inspanningen voelt het vrouwtje zich zo vereerd dat ze meestal ook na de broedtijd bij hem blijft.

De broedtijd is van half april tot juli. Het koninkje legt twee keer per jaar, vaak 5 tot 7 eieren, met een broedduur van ongeveer 13-15 dagen. Als de jongen zijn uitgekomen, vliegen deze na 15-19 dagen uit. Nadat ze zijn uitgevlogen, worden ze vaak nog 18 dagen gevoed door beide ouders.
Er bestaan speciale nestkasten voor de winterkoning. Hoewel deze niet zo vaak worden gebruikt om in te broeden, zijn ze wel heel nuttig. Winterkoninkjes gebruiken deze namelijk wel als schuil- of overwinteringsplaats. Daarnaast zorgen nestkastjes er ook voor dat vogels in nieuwbouwwijken en pas aangelegde tuinen worden aangetrokken.

Onze kleine vogels mengeling is bij uitstek geschikt voor deze tuinvriend. En zoals gezegd zijn ze dol op insecten.